Links/rechts in de 21ste eeuw

“Links” en “Rechts”, uit de Franse Revolutie overgeleverd jargon, zijn tegenwoordig weliswaar niet helemaal meer zonder betekenis, maar zij duiden niet langer op de politieke gezindheid van de meeste inwoners van democratische samenlevingen. De grote verhalen waarmee de verschillende politieke stromingen van de 20ste  eeuw zich identificeren zijn steeds duidelijker achterhaald. En dus drukken we onze collectieve doelstellingen exclusief uit in economische bewoordingen als rijkdom, groei, BNP, efficiëntie , productie, rente en aandelen rendement.

Ondanks de 20ste eeuw een periode van niet eerder meegemaakte wreedheden en massaal lijden is geweest, leverde deze eeuw ook ongeëvenaarde mogelijkheden en middelen op. Die dienden zich in hun gunstigste vorm aan wat bij ons de welvaartsstaat heet en wat de Fransen nauwkeuriger l`état providence noemen: de staat die voorziet door behoeftes te erkennen en risico`s te minimaliseren. De paradox is dat het succes van de op een gemengde economie gebaseerde welvaartsstaten een nieuwe generatie politici heeft opgeleverd die diezelfde stabiliteit en ideologische rust als vanzelfsprekend beschouwen. Het gevolg hiervan zijn ondermeer ondoordachte privatiseringen van maatschappelijke wezenlijke nutsfuncties om de bemoeienis van de staat optisch terug te dringen.

Het feit dat in de 20ste eeuw zowel fascisten als communisten óók expliciet een dominante rol aan de staat toedichtten, betekent niet automatisch dat de publieke sector ongeschikt is voor een prominente positie in vrije samenlevingen.  De val van het communisme beantwoordde de vraag naar het optimale evenwicht tussen vrijheid en efficiëntie ten gunste van een geheel vrije markteconomie, ook niet.

Een democratie waarin geen werkelijke politieke keuzes worden gemaakt, waarin alles om het economische beleid draait en waarin dat economische beleid voor het overgrote deel wordt bepaald door niet – politieke krachten (centrale banken, internationale agentschappen en transnationale bedrijven), zal ophouden een naar behoren functionerende democratie te zijn.

De staat doet sommige dingen behoorlijk goed en andere tamelijk slecht. De particuliere sector kan sommigen dingen beter doen, maar anderen helemaal niet. We moeten opnieuw leren “de staat te zien”, los van vooroordelen die daartegen in de triomfantelijke nasleep van de zege in de Koude Oorlog zijn gerezen. De noodzakelijke hervorming van ons geld/banksysteem en een duurzame samenleving (welvaart zonder groei) vereisen staatsmanschap en regie.

Het Kabinet Rutte kan daarmee bewijzen dat zij het juiste kabinet op het juiste moment is.

Bookmark and Share

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>