‘Zijn jullie in gesprek?’

'Neen, we spreken elkaar wel maar we zijn niet in gesprek!'. Dan antwoordde 'would be bondscoach' Peter Blanché dit weekeinde op de vraag van een sportjournalist hoever hij stond in zijn overleg met de Nederlandse Volleybalbond. Over de uitleg van dit antwoord deed Blanché ook nog eens ca. 1 minuut(!). Kan het geven van een voor de ander begrijpelijke reactie nog moeilijker? Blanché staat hierin helaas niet op zichzelf . Onderlinge communicatie is al lastig, zeker zakelijk, en dan gaan we vaak ook nog eens goochelen met woorden. Is dat op te lossen of in ieder geval te voorkomen?
Niet alleen Blanché is, blijkbaar, onduidelijk. Ongetwijfeld kent u zelf ook voorbeelden. Voor nu haal ik hier een ander aan. Dominique Haijtema opent deze week in haar column in Management Team de aanval op het VU in Amsterdam, de KLM en de (Amsterdamse) horeca. Haar negatieve ervaringen met deze 3 hebben hun oorsprong in, op zijn minst ongelukkige, communicatie. Zo adviseerde het VU haar om eerst maar eens een kind te baren voordat ze om hulp kwam vragen. Wilde zij in een 747 van de KLM geen kinderfilms zien dan diende zij maar business class te gaan vliegen. De horeca, (voorlopig) tot slot, daar mag je volgens Haijtema al helemaal bij zijn als je überhaupt een drankje krijgt gepresenteerd! Bij alle 3 leveranciers is er hier sprake van een zakelijke relatie: er wordt een dienst / product geleverd en daarvoor doe jij een betaling. Mag je dan een wat vriendelijker ondertoon verwachten van degenen aan wie jij je betaling doet? (nb: aan degene aan wie jij een bijdrage levert voor zijn/haar tv, auto, vakantie etc., inkomen dus) Lastig blijkbaar. Schulz von Thun schrijft in 'Hoe bedoelt U?': 'Het is een oude wijsheid: zakelijke problemen zijn vaak vlug op te lossen als de relatie in orde is.' Het is dus de vraag of dat het geval is: is je relatie met je klant in orde? In veel gevallen is het antwoord 'twijfelachtig', denk ik.

Laten we eens dichter bij huis kijken: de zakelijke communicatie in een organisatie. In tegenstelling tot de klanten  kent men elkaar in de organistatie vaak al een langere tijd en schijnt het zo te zijn dat de (zakelijke) relatie in orde is! Toch is dat dan nog geen garantie voor een optimale communicatie. 'Optimaal': d.i. een communicatie die bijdraagt aan het realiseren van de organisatie-doelstellingen. Sterker nog: die in staat is om de doelstellingen soepeler en efficiënter te laten verlopen/realiseren. Dat zou m.i. de essentie van zakelijke communicatie dienen te zijn.

Het gaat te ver om hier en nu (al) daarvoor dé oplossing aan te dragen toch een enkele tip: het woordje 'neen' is cruciaal wil je in je antwoord aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. 'Neen' is misschien niet altijd sociaal wenselijk (nb: zoals Blanché waarschijnlijk dacht) maar omdat het direct veel duidelijk maakt schiet het wel op. Sterker nog: mensen om de tuin leiden met je communicatie is minder (sociaal) wenselijk; zie VU, KLM en horeca. Als u het nog niet wist: u communiceert meer met uw Gedrag dan met uw woorden. Ieder van ons heeft daarvoor een feilloos, vaak onbewust, oog. De discrepantie in je hersenpan tussen dat wat je hoort en dat wat je ziet leidt wellicht tot enige frustratie. Tot slot, en voortbordurend op het laatste: je kunt niet niet-communiceren! (een voorbeeld van goochelen, ik weet het) Als jij bij een gesprek zit / staat dan doe je mee. Voorbeeld: in een MT vergadering geeft de baas één van uw collegae een fikse veeg uit de pan. Wat u in die situatie, als aanwezige, nu wel of juist niet doet valt zowel uw baas als uw collega op. Verbazingwekkend vind ik het, als waarnemer, in die situaties altijd dat (bijna) niemand in staat is om zich vervolgens te verontschuldigen (want: geen deelnemer) en de vergadering te verlaten(!). Zo kan je ook een horeca gelegenheid verlaten. (nb: een 747 in volle vlucht verlaten is wat lastig, maar er zijn een volgende keer ook andere aanbieders). Dat gedrag van u laat in ieder geval aan duidelijkheid niets te wensen over. Nu dienen we nog maar af te wachten wat Blanché besluit en wanneer Haijtema wél tevreden kan zijn over haar leveranciers(?). 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Björn van Vliet
Haijtema heeft in het geval van de VU niks te willen, zij is meer afhankelijk van de VU dan andersom en hetzelfde geldt voor KLM. Ze heeft daarin weinig te kiezen. Ze kan hoogstens wensen dat die 'leveranciers' het precies zo doen zoals zij het wil hebben. Het blijven hoe dan ook subjectieve ervaringen.
In het geval van de horeca, moet ze gewoon weten waar ze wel en niet moet zijn, dat is echt niet zo moeilijk, zoals Willem aangeeft. Er zijn genoeg horecagelegenheden waar ze wel weten hoe het communiceren moet.......
Willem E.A.J. Scheepers
Auteur
Gelukkig maar, die alternatieven, al krijg ik de indruk dat alternatieven niet in alle bedrijfstakken zo (overvloedig?) aanwezig zijn. Maar gelukkig zijn er dan ook weer organisaties die zich aan deze veranderende omstandigheden/behoeften aanpassen!. Zo verschijnt er vanmiddag het volgende persbericht:

"Olympische ploeg op weg naar Zwolle.

De Nederlandse olympische ploeg is per trein op weg naar Zwolle, waar rond 19.30 uur een huldiging plaatsvindt. Vanuit Turijn ging de reis vanmorgen naar het Franse Chambéry, waar een speciale sneltrein klaarstond.

Die is aan de buitenkant beschilderd met de namen van de medaillewinnaars, en heeft onder meer rijtuigen met een bioscoop, spelletjes en een bar. De NS stelt alles in het werk om de ploeg op tijd in Zwolle te krijgen.

Op strategische plaatsen staan treinen klaar om in geval van problemen de reis te kunnen vervolgen. Ook wordt er een extra TGV achter de hand gehouden."

Prima communicatie, in meerdere opzichten! (nb. Nu maar hopen dat ROVER binnenkort net zo tevreden is als onze sporters.....)
Dominique Haijtema
Beste,
Ik reageer even op het commentaar op mijn column in MT. Natuurlijk heb ik wat te kiezen, ik kan ook naar een ander ziekenhuis of met een andere aanbieder vliegen. Bovendien is het niet meer dan normaal dat je als klant/patient niet wordt afgebekt. En gezien het feit dat ik jaren in de Amsterdamse horeca heb gewerkt, weet ik inmiddels uit ervaring dat service of klantgerichtheid hele moeilijke termen zijn voor het personeel. Alhoewel ik zeker niet pleit voor Amerikaanse toestanden ben ik een grote voorstander van deskundigheid en vriendelijkheid.
Dominique Haijtema
Björn van Vliet
Ik blijf erbij dat kiezen vaak betrekkelijker is dan het lijkt. Je gaat als Amsterdammer veelal niet naar het Erasmus ziekenhuis in Rotterdam, de keuze is dan toch (behoorlijk) beperkt. Klanten van ziekenhuizen en klanten van horecagelegenheden zijn op een belangrijk punt niet te vergelijken. Van wederzijdse afhankelijkheid is in het geval van patient-ziekenhuis duidelijk minder sprake dan bij klant-cafe. Voor vliegen naar bestemmingen geldt in een andere mate hetzelfde; niet alle maatschappijen vliegen naar alle plaatsen.

Laat ik duidelijk zijn, de keuzevrijheid staat uiteindelijk los van deskundigheid en vriendelijkheid. In principe is een grote mate van deskundigheid en vriendelijkheid van dienstverleners belangrijk, echter zijn er klanten die ik liever niet zou hebben, die er, zeg maar, om vragen om afgebekt te worden.

De klant is misschien soms koning maar voelt zich vaak ten onrechte de keizer. Een zekere mate van deskundigheid en vriendelijkheid moet deels wederzijds zijn. Wat kan wel, en wat kan niet? Een goede klant kan daar een legitieme inschatting in maken. Verwachtingen van klanten zijn ook wel eens allesbehalve reeel. Dan bepalen de mate afhankelijkheid en het geduld van de betrokkenen de afloop.........
Willem
Björn, volgens mij roept het één het ander op. M.a.w.: als ik mijn hond regelmatig een schop geef dan blijft hij wel uit mijn buurt maar de kans is groot dat mijn hond vervolgens ieder ander die hij tegenkomt een hap verkoopt. (zie 'hond' maar als een metafoor)
In deze markt maakt juist die partij (aanbieder) zichzelf onderscheidend die in dat gat duikt, nog los van welke bedrijfstak waarin men opereert. Als je goed kijkt dan zie je die partijen opkomen, misschien niet alijd binnen onze landsgrenzen maar dat maakt sommige (nb. vaak rendabele) consumenten weinig uit. Anderen zullen hen volgen en prijs/kwaliteit krijgt daardoor een impuls. Een uitdaging dus, denk ik, voor de partijen die hierin nu nog achterblijven.