‘Veel universitaire ziekenhuizen werken met premies en bonussen om heel schaarse gespecialiseerde verpleegkundigen aan te trekken of voor langere tijd aan zich te binden. Daarbij wordt een variëteit aan middelen ingezet.’ Meldt de NOS. Dit doet denken aan vergelijkbare acties binnen de IT sector een decennium terug waarbij het aanbieden van 2, of zelfs 3, leaseauto’s per (schaarse) kandidaat geen uitzondering was. Gezien de IT problemen bij o.m. de overheid (NB; maar ook binnen diezelfde Zorg) hebben al die premies en auto’s nauwelijks bijgedragen aan een kwaliteitsslag. En wat te denken van bonussen binnen de Financiële Dienstverlening omdat ieder van de medewerkers een ‘uniek talent’ was! Hoeveel daarvan zijn er nog werkzaam in die sector? (YT)
“Zo lang een werkgever niet wezenlijk investeert in de brede, duurzame inzetbaarheid van de medewerkers gedurende een lange carrière, is het uitdelen van gouden handdrukken en VUT-achtige regelingen bij het eindstation weinig meer dan een luie afkoop van alle sociale verantwoordelijkheid.”, “Werkgevers zijn minder bereid om in scholing te investeren die ook buiten de eigen organisatie inzetbaar is.”
Het eerste citaat komt deze week uit Het Financieele Dagblad in een artikel over de banken CAO, het tweede komt uit het gisteren verschenen ROA Maastricht University rapport over een Leven Lang Leren. Mooie initiatieven, het LLL project resp. aandacht daarvoor in de diverse CAO’s, maar v.w.b. het effectief direct investeren in je medewerkers en daarmee ook indirect in je organisatie, ‘zet het nauwelijks zoden aan de dijk’; zo blijkt.
Het expliciete strategische doel van de organisatie bepaalt acties en richting. Het legt de basis voor winstmaximalisatie en continuïteit. Het impliciete bestaansrecht van de organisatie bepaalt de maatschappelijke rol: wat wil de organisatie aan de maatschappij bijdragen? Deze laatste rol faciliteert het strategisch doel en legt de basis voor het realiseren van dat doel. Beiden kunnen correleren: Visie <=> Missie, maar d.i. niet altijd het geval. Als dat niet het geval is, kan dit tot onrust leiden onder de medewerkers, aandeelhouders, stakeholders: wil een organisatie voldoen aan het impliciete doel, het bestaansrecht, dan kan dat het financiële doel onder druk zetten. Kan het ook anders?
“In de Zorg werken zo’n 1,2 miljoen mensen. Maar als we nu niet iets anders doen dreigt in 2022 een tekort van 100 tot 125 duizend medewerkers.” D.i. de uitdaging waarvoor Hugo de Jonge, Bruno Bruins en Paul Blokhuis, als bewindslieden verantwoordelijk voor het thema Volksgezondheid, de komende jaren staan.
“Bent u afrekenbaar op uw eigen doelstelling? Nul tekort in 2022?” een terechte vraag van journalisten van het AD aan Ministers De Jonge en Bruins. ‘Afrekenbaar’ als ‘skin in the game’: stel je je persoonlijke vermogens (NB; niet alleen financieel, maar ook je carrièreperspectief bijv.) in de waagschaal als je je doelstelling uiteindelijk niet realiseert?
De Jonge: ,,We zijn gewaarschuwd: ‘Kom niet met een getalsmatige doelstelling, want voor je het weet word je daar op afgerekend.’ We leggen de lat bewust hoog voor onszelf. Ik leg straks liever uit dat we onze ambitie net niet halen dan dat we onszelf geen doel meer zouden durven stellen.” Bruins: ,,Ik heb liever dat we maar 80 procent van onze ambitie realiseren, dan dat we plannen indienen zonder cijfers.’’
Mijn vraag, ‘realiteit of utopie?’ m.b.t. de ‘0-tekort doelstelling’ in het vandaag verschenen ‘Actieprogramma Werken in de Zorg’ is daarmee feitelijk al beantwoord…..
“Ondanks deze veelheid aan organen en instrumenten die als gezamenlijke taak hebben om veilig inzetbare wapens en munitie aan de Nederlandse militairen beschikbaar te stellen, is dit doel ten aanzien van de munitie voor de 60 mm-mortier niet bereikt. Veel procedures met betrekking tot veiligheid zijn slechts ten dele of in het geheel niet uitgevoerd, commissies zijn niet in beweging gekomen, toezichthouders zagen niet toe. Voor zover gebreken werden waargenomen, bijvoorbeeld in de kwaliteit van de munitieopslag, hebben berichten van inspecteurs onvoldoende of in het geheel niet tot acties ter verbetering geleid.” Bron: ‘Mortierongeval Mali’ van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid.
Dit citaat, dat ingaat op het (dis)functioneren van de Nederlandse Defensieorganisatie, deed me denken aan de ramp met de space shuttle Columbia (2003) en de brand in het cellencomplex Schiphol Oost (2005). Bij beide rampen concludeerden onderzoekers dat de oorzaak lag bij managementmissers vergelijkbaar met de missers die in voorgaand citaat worden aangehaald.
Blijkbaar heeft niemand, of op z’n minst weinigen, binnen de Nederlandse Defensieorganisatie iets van de inhoud van rapporten als deze geleerd. Voor mij is dat toch opmerkelijk.
In bijgaande YT horen we “Werken bij Defensie, het is een Levenskeuze.” Als dat zo is, een ‘levenskeuze’ van je medewerkers, dan vraagt dat (zeker) om verantwoordelijk management. Management, hoe inspirerend voor de manschappen wellicht ook, dat (budgetbeperking of niet) leert van fouten en dat zich committeert aan continue verbetering van de organisatie om ‘levenskeuzes’ als deze te kunnen borgen. Dat dit management bij falen terugtreedt, is dan ook logisch.
“Mensen zeggen dat de klant altijd gelijk heeft, maar weet je – dat hebben zij niet. Soms hebben zij het verkeerd en dat dient hen te worden verteld.” d.i. één van de vele markante uitspraken uit de mond van Michael O’Leary, RYANAIR’s CEO.
Momenteel heeft de klant van RYANAIR ook ongelijk, je kan nl. niet altijd rekenen op service (‘wie heeft dat verzonnen?’), en daarom worden er nu en in de komende weken vluchten geannuleerd waarmee 300.000 klanten worden gedupeerd. O’Leary biedt kort nadat het besluit in werking trad zijn excuses aan, hij weet dat ook ‘mooi’ te verwoorden, maar het doet geen afbreuk aan het besluit. Waarom zou hij ook: dit en ander klantonvriendelijk gedrag leverde RYANAIR in 2016 een recordwinst op van 1 miljard. Het ziet er naar uit dat 2017 voor RYANAIR financieel nog beter wordt…..
Waarom maak je je nog druk over het tevreden stellen van de klant, als je die klant kan schofferen, totaal niet serieus hoeft te nemen en daarmee een recordwinst weet te behalen? AIRFRANCE KLM, om maar een voorbeeld te noemen, doet ‘m dat niet na. (TRANSAVIA daarentegen lijkt al ‘aardig’ op weg.)
Nadat je veel moeite hebt gedaan jezelf voor te bereiden op het sollicitatiegesprek, geld uitgaf aan nieuwe kleren, voorschot nam op de reiskosten, is het verbijsterend te ervaren dat je na het gesprek geen feedback van de (potentieel) werkgever krijgt. Dat je niet bent aangenomen, is dan nog je minste zorg. Je wil leren en jezelf voorbereiden op een volgend gesprek. Of je wil, nu je bent aangenomen(!), die feedback direct kunnen toepassen in je nieuwe functie. Je ziet het als een 1e beoordeling. Maar helaas: 83% van de sollicitanten ontvangt geen feedback….
“Feedback is een boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander.” (bron: Carrièretijger)
In het Verenigd Koninkrijk zetten belangenorganisaties en werkgevers zich momenteel in in een campagne om bij de Britse regering te lobbyen voor officiële richtlijnen om werkgevers verplicht feedback te laten geven na een sollicitatiegesprek. Interessant.
“Culture is often the trendy way of saying: ‘We have no idea what’s wrong.'” Bryan Acker.
‘Wantrouwen bedreigt voortbestaan -KLM’, meldde Een Vandaag gisteren n.a.v. onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Tilburg i.s.m. het Franse Nationaal Wetenschappelijk Onderzoekscentrum (CNRS) onder 47 managers van AIR FRANCE en KLM. ’47’ lijkt wat mager voor een cultuuronderzoek zoals dit, op ca. 80.000 fte’s, maar als het allemaal juiste mannen/juiste vrouwen op de juiste plaats betreft, dan zou het ‘zo maar’ valide kunnen zijn, het resultaat van dit onderzoek. Da’s even een opmerking terzijde m.n. bestemd voor mijn studenten.
“De samenwerking binnen AIR FRANCE-KLM verloopt ruim tien jaar na het samengaan nog steeds uitermate stroef, er is sprake van groot onderling wantrouwen. Beide partijen betichten elkaar ervan het eigenbelang voor te laten gaan op het groepsbelang.” Da’s nogal een stevige conclusie. “De cultuurverschillen tussen Air France en KLM zijn ruim 10 jaar na het samengaan nog steeds onoverbrugbaar.” & Opnieuw is cultuur de dader……
“Kortom, we vervangen Bankiers á € 300.000 door Kunstmatige Intelligentie.” Tot die conclusie kwam de Top van GOLDMAN SACHS nadat zij constateerden dat een Initial Public Offering of beursintroductie steeds bestond uit 127 stappen. Kopieerbare stappen die vervolgens ook kunnen worden gezet door een robot, beter nog door AI c.q. kunstmatige intelligentie.
“Slechts 21 maanden na de bekendmaking van het plan om één van Wall Street’s meest lucratieve (lees winstgevende; ws) activiteiten te herstructureren, heeft het AI project manieren gevonden om duizenden uren werk, werk dat decennialang werd uitgevoerd door mensen, te elimineren.” meldt Bloomberg Technology deze week. En dan komt Reuters gisteren met het bericht dat BLACKROCK, ’s werelds grootste vermogensbeheerder, een cruciaal belang neemt in ‘digital investment manager’SCALABLE CAPITAL. Let op het woord ‘digital‘.
“We gaan een nieuwe tijd van automatisering tegemoet, een tijd die met niets te vergelijken is van dat wat we tot nu toe meemaakten.” tot die conclusie komen nu ook de goed betaalde bankiers van GS resp. BR. Het citaat is uit de begeleidende YT, een design movie gemaakt door Kurzgesagt.
Een goed ontworpen opleiding rendeert en dat wat de organisatie er omheen organiseert is cruciaal voor dat rendement. Tot die conclusie komen onderzoekers van de University of Central Florida. Op zich niet zo verwonderlijk, deze conclusie.
Wat wel verwonderlijk is (of is het ‘blijft’?) d.i. dat de onderzoekers ook concludeerden dat maar weinig organisaties/werkgevers de moeite nemen om een training/opleiding bestemd voor hun medewerkers en managers goed te (laten) ontwerpen. Laat staan dat men er ‘iets’ om heen organiseert om de training/opleiding een succes te laten zijn. ‘Er is budget, dus stuur ze maar weg…..’.
De onderzoekers zelf zijn iets positiever: Organisaties investeren in opleiding, omdat ze geloven dat geschoolde arbeidskrachten een concurrentievoordeel opleveren.