De Groningen catastrofe “is een verhaal van twee werelden. De ene wereld is de wereld van beleidsmakers, politici, regelgevers, uitvoerders, commerciële bedrijven en toezichthouders. Die wereld bestaat uit processen en procedures, uit wetten, regels, protocollen en afspraken, uit begrotingen en winst- en verliesrekeningen. De andere wereld bestaat uit de bewoners van Groningen, met zorgen over bodemdaling, aardbevingen en veiligheid, en met rompslomp, schade en gezondheidseffecten. (….)
De grote focus op de gasbaten en de angst om vastgelegde afspraken over de heel gunstige verdeling daarvan te verliezen, heeft echter in de hand gewerkt dat andere belangen – zoals
het garanderen van veiligheid, beschermen van eigendom en opkomen voor gezondheid en welzijn van burgers – onvoldoende meegewogen werden in de besluitvorming.”
Daan: ‘Je voelt het gewoon trillen, ik zag hele muren bewegen.’, Fleur: ‘Dit is toch niet heel erg leuk.’. Groningse kinderen in het Jeugdjournaal.
“Het beteugelen van een pandemie is een constant samenspel tussen publiek, veld, politiek en wetenschap. Uit dit onderzoek blijkt dat met name uit het nauwe samenspel tussen politieke besluitvormers en wetenschappelijke experts lessen te leren zijn op het gebied van rolvastheid, zorgvuldigheid, snelheid en onzekerheid in de advisering.”
“Een crisis is per definitie onzeker en zal in de meeste gevallen anders verlopen dan verwacht, en dat geldt des te meer voor een crisis van deze aard en omvang. Improvisatie en aanpassingen zijn nodig om onverwachte knelpunten te kunnen aanpakken.” opende deel 1, die conclusie trekt het OVV nu door “Onduidelijk of coronamaatregelen nut hebben gehad.” Dat zie je vaker bij crisis management.
Daarom: ook uit dit deel 2 zijn er lessen te leren zodra we het hebben over crisismanagement.
Kernwaarden 1: “Lead the Way, Serve with Integrity, Take care of each other, Foster inclusion, Collaborate with measurable impact“. Kernwaarden 2: “Build the best product, Cause no unnecessary harm, Use business to protect nature, Not bound by convention“. Van de 3e partij vond ik helaas geen kernwaarden waaraan de organisatie zich verbindt. (d.i. niet de volgorde in de titel)
Op de dag dat de 1e partij bekend maakte een rekening te sturen van ruim € 6 mio ‘ex BTW’ naar degenen die een gemeenschap vertegenwoordigen, gaf de 2e partij een organisatie met een geschatte waarde van enkele miljarden ‘terug aan de aarde’. De 3e partij heeft momenteel wel ‘iets’ anders aan het hoofd maar heeft zich dan ook v.w.b. ‘kernwaarden’ al voldoende ‘bloot gegeven’. Wellicht niet lastig voor je welke kernwaarden bij welke in de titel genoemde partij horen.
Kernwaarden, ik heb er ‘iets’ mee. Kernwaarden van een organisatie vormen, vaak (of kunnen dat), het fundament voor een beleid gericht op maatschappelijk verantwoord ondernemen, een beleid gericht op ‘corporate social responsibility’. Interessant is dan of deze kernwaarden, en dit beleid, meer zijn dan ‘papieren tijgers’.
€ 8,5 miljard gaf de Overheid in de periode 2017 – 2021 uit aan ‘interim management, organisatie- en formatieadvies, beleidsadvies, communicatieadvisering, juridisch advies, advisering opdrachtgevers over automatiseringsvraagstukken, financiën en administratieve organisatie, uitzendkrachten en accountancy’, blijkt uit de ‘kamerbrief inhuur externen’ van minister Hanke Bruins Slot.
“De organisatie is er niet klaar voor om diversiteit aan te nemen. Stop maar al vast met het aannemen van meer diversiteit, ik zou eerst zorgen dat je de diversiteit die je nu hebt, dat je die behoudt. Dat je eerst gaat vragen aan de diversiteit die je nu binnen boord hebt ‘Wat vinden jullie van de politie? wat kan de politie beter doen? voel je je veilig binnen de organisatie?’. Vraag het eerst. Als zij allemaal zeggen of het grootste deel ‘Ja, ik voel me veilig binnen de organisatie. De organisatie is er helemaal klaar voor om diversiteit aan te nemen.’ begin dan met werven. Tot die tijd is het gewoon geldverspilling.” aldus één van de politiemensen die deelnam aan de 2Doc documentaire De Blauwe Familie; gisteravond bleek, een pijnlijke documentaire.
Twee ‘dingen’ haalde ik uit deze 2Doc: allereerst v.w.b. het succesvol implementeren van gelijkheid, diversiteit, inclusiviteit en integriteit heeft de Nationale Politie als werkgever nog een lange weg te gaan. Het 2e, en die indruk is nu bevestigd, de korpsleiding is niet de cultuurdrager van de organisatie. De cultuurdragers zitten, zeer waarschijnlijk diep, ‘verstopt’ in de organisatie. Dat maakt een succesvolle cultuurverandering nog lastiger, nog uitdagender, maar (toch) niet onmogelijk.
“Een prins moet altijd advies inwinnen. Maar hij moet het alleen zoeken wanneer hij het wil, niet wanneer anderen het hem opdringen. Het belangrijkste is dat een prins altijd sceptisch moet zijn over het advies dat hij krijgt, voortdurend moet vragen en onderzoeken. Als hij ooit ontdekt dat iemand de waarheid voor hem verzwijgt of persoonlijk belang voorop stelt, moet hij die persoon streng straffen. Uiteindelijk, hoe intelligent de adviseurs van een prins ook zijn, een prins is gedoemd te mislukken als hij zelf geen intelligentie heeft. Wijze prinsen moeten worden geëerd voor goede daden die voortkomen uit goed advies.” ‘Il Principe’, Niccolò Machiavelli (1513)
Waar de prins v.w.b. advies nog een vrije keuze heeft, heeft hij dat v.w.b. een audit (als ‘systematische periodieke controle’) niet.
Voor ESAA, Erasmus School of Accounting & Assurance, verzorg ik ieder studiejaar, samen met collega Geert Heling, de colleges Verandermanagement en Adviesvaardigheden. Studenten zijn mannen en vrouwen m.n. uit de vakgebieden auditing & control, werkzaam in- dan wel extern in zowel private als publieke sector. De vraag die dan ‘boven de markt hangt’: audit = advies? Los van het feit dat dit 2 verschillende begrippen zijn, is mijn antwoord: nee maar het kan elkaar aanvullen en ik begin met dit citaat van Michelle Bennett, senior director of risk management and internal audit at Cable ONE.
“One area I see as a barrier to internal audit’s ability to provide advisory services is a fundamental misunderstanding of internal audit’s purpose and capabilities. Many folks who have prior, perhaps challenged, experiences with internal audit may believe it to be a ‘gotcha’ department. Instead, we want to be trusted advisors to not only help protect the company but, more importantly, help the company achieve its strategic goals.”
Ieder ESAA collegejaar wordt afgesloten met een symposium. Het thema van dit jaar is: Auditors Adviseren. Tegelijkertijd wordt er een bundel met aan het onderwerp gerelateerde bijdragen gepubliceerd. Wat nu volgt is mijn bijdrage aan deze bundel met als titel ‘Ongeschreven regels: kwestie voor de adviseur én de auditor?’.
“Simpele sabotage is vaak een daad die de burger uitvoert op eigen initiatief, hij zet zichzelf daartoe aan. Vernietigingsdaden brengen hem vaak geen persoonlijk voordeel en kan volkomen vreemd zijn aan zijn gewoonlijk van nature beschermende houding ten opzichte van materialen en spullen. Doelgerichte domheid is in strijd met de menselijke natuur. Vaak heeft de saboteur druk, stimulatie en bevestiging, informatie en suggesties nodig met betrekking tot eenvoudige en haalbare vormen van sabotage.” Bron: ‘Simple Sabotage Field Manual’, Office of Strategic Services US. Het jaar van uitgifte van deze handleiding: 1944.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerde de voorganger van de Amerikaanse Central Intelligence Agency, de OSS, een geheim veldhandboek waarin stond hoe ‘burger-saboteurs’ de operaties van vijandige organisaties konden verstoren. Er zijn maar weinigen die deze handleiding nog paraat hebben vermoed ik en van de coronahooligans verwacht ik dit zeker niet. Toch zijn het leerzame 32 pagina’s, zeker nu.
De zojuist bij het World Economic Forum verschenen speciale editie van het ‘Global Competitiveness Report 2020’ gaat in op het bepalen van prioriteiten voor herstel en opleving van economie en samenleving, en het creëren van bouwstenen voor een transformatie naar nieuwe economische systemen, systemen die doelstellingen v.w.b. productiviteit, mensen en planeet combineren. Een ambitieuze doelstelling vastgelegd in een interessant rapport.
Zoals vaker stelt het WEF vervolgens een ranglijst samen, deze keer v.w.b. ‘de manier waarop landen het beste in staat zijn om zich op de langere termijn te veranderen’ c.q. zich voor te bereiden. Ons land scoort een 4e plaats en daartoe lijken de reguliere media zich vanochtend te beperken. Da’s jammer, want je zou vervolgens kunnen denken ‘4e van 126 landen, mooi zo’ en het daarbij vervolgens laten. Maar het rapport biedt meer en het blijkt dat (ook) wij er nog lang niet zijn voor een duurzaam herstel na Covid-19 (of is het ‘tijdens’, want de gevolgen van de coronapandemie voor samenleving en economie lijken voorlopig nog niet uitgewerkt).
In tweeënhalf jaar tijd zijn autonome voertuigen, robotica en kunstmatige intelligentie er opmerkelijk snel op vooruitgegaan. Maar de wereld is daarmee niet veranderd, op zijn kop gezet door automatisering en disruptieve technologieën, net zo min als de arbeidsmarkt. Ondanks enorm investeringen zijn de technologische deadlines opgeschoven, als onderdeel van een normale evolutie, terwijl ademloos gevolgde beloften veranderen in proeftuinen, in bedrijfsplannen en (te) vroege implementaties – allemaal het ijverige, zij het het prozaïsche werk om echte technologieën te laten werken in een echte omgeving, dat om te voldoen aan de eisen van hardnekkige/eigenwijze klanten en managers.
Maar als ons onderzoek de dystopische visie van robots die arbeiders van fabrieksvloeren laten verdwijnen of kunstmatige intelligentie die menselijke expertise en oordeelsvorming overbodig maakt niet bevestigde, maakte het onderzoek wel iets duidelijk dat even schadelijk is: midden in een technologisch ecosysteem dat een stijgende productiviteit oplevert en een economie die veel banen oplevert (tenminste tot de COVID-19-crisis), vonden we een arbeidsmarkt waarin de vruchten ongelijk verdeeld zijn, vruchten leidend naar de top van de organisaties en de top van de samenleving zodat de meerderheid van de medewerkers maar een heel klein beetje proeft van een enorme oogst.
‘Hoe heeft iemand hier ooit toestemming voor kunnen geven?’, ‘Buikpijn kreeg ik er van.’, ‘Ik heb een goed geheugen, maar zo goed ook weer niet.’ Een ambtenaar die kritische vragen stelt, wordt weggepromoveerd. Eindverantwoordelijken die constipatieproblemen krijgen en zich ‘plots’ weinig meer kunnen herinneren.
De Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is nog maar net van start gegaan of je merkt al dat het hier tot interessante en leerzame uitspraken komt, ‘leerzaam’ v.w.b. o.m. het thema programmamanagement. Op zich zijn de 1e bevindingen niet vernieuwend, ook niet verrassend want het ontwijkend gedrag dat m.n. leidinggevenden hier vertonen is al in tal van wetenschappelijk onderzoek vastgelegd zoals o.m. in Manfred Kets de Vries working paper ‘The Psychpopath in the C-Suite‘.